Macklemore zamelt geld in voor hulporganisatie voor Palestijnse vluchtelingen met Hind's Hall track

Macklemore heeft als witte artiest in hip-hop snel geleerd om zijn stem en positie te gebruiken om maatschappelijke kwesties aan de kaak stellen. Hij gebruikt zijn muziek en zijn platform dan ook om zich uit te spreken en om bijvoorbeeld hulporganisaties de spotlight te geven.

Dit keer steekt hij de studenten die protesteren tegen de bezetting van Israel in Palestina en de non stop bombardementen waarbij inmiddels tienduizenden Palestijnen zijn vermoord. Hij heeft op zijn social media een nummer geplaatst genaamd Hind's Hall en zodra de track op streamingdiensten verschijnt zullen alle inkomsten gedoneerd worden aan het UNRWA , het United Nations Relief and Works Agency for Palestine Refugees in the Near East.

Het nummer is een verwijzing naar het protest bij Colombia University, de studenten hebben de campus daar omgedoopt tot Hind's Hall. De naam is een ode aan Hind Rajab, een 6-jarig Palestijns meisjes dat vermoord werd bij een Israelisch bombardement terwijl ze smeekte om hulp. Het Westen blijft ondertussen toekijken en Hind zal helaas niet het laatste slachtoffer zijn.

In de track samplet Macklemore Ana La Habibi, een nummer van Arabische zangeres Fairouz. De rapper bespreekt verschillende zaken zoals politiegeweld, racisme, social media censuur en studenten activisme. "The people, they won’t leave / What is threatening about divesting and wanting peace? / The problem isn’t the protests, it’s what they’re protesting / It goes against what our country is funding / Block the barricade until Palestine is free," rapt hij in het nummer. Hij verwijst daar mee naar de gewelddadige manier waarop de protesten van de studenten neergeslagen wordt.

Inmiddels hebben de protesten ook Nederland bereikt. Zo zagen we gisteren dat studenten het gebied voor de UVA in Amsterdam bezet hebben met tenten. Ze eisen dat de universiteiten in Amsterdam hun banden met Israel verbreken. Ook hier greep de politie hard in en zitten er op het moment van schrijven nog vier protesterende studenten vast.